Vuurwerkverbod: logisch, maar (nog) geen draagvlak
Moet er een vuurwerkverbod komen? Het simpele antwoord is ja. Jaarlijks valt er door vuurwerk gemiddeld één dode en melden zich rondom de jaarwisseling ruim duizend mensen (vorig jaar 1.212) met letsel bij een huisartsenpost of spoedeisende hulp: met name brandwonden (32%) en oogletsel (37%). Steevast is ruim de helft van de slachtoffers jonger dan 20 jaar (bron Kenniscentrum Letselpreventie, rapport Ongevallen met vuurwerk).
En dan hebben we het nog niet gehad over de nagenoeg onmogelijke taak om de onnavolgbare regels te handhaven. Onze handhavers moeten mensen zien te betrappen op te vroeg afsteken. Als ze al in de buurt zijn, staan ze vaak tegenover een groep; stel dan maar eens vast wie het gedaan heeft. In gemeenten waar een algeheel verbod op afsteken geldt, is het vanwege de massaliteit van de overtredingen helemaal onbegonnen werk.
Daarnaast zijn hulpverleners ook slachtoffer; vuurwerk wordt gebruikt als wapen tegen hen. Vorig jaar raakten meer dan 200 politieagenten gewond (gehoorschade, ernstige verwondingen en mentale klachten).
Symboolpolitiek
Vuurwerkverbod? Het logische antwoord is Ja. Maar een verbod in slechts 19 gemeenten, waar tegelijkertijd wel vuurwerk verkocht mag worden - dat heeft natuurlijk geen enkele zin. En als mensen het al weten, begrijpt niemand zo'n besluit. Wel mogen kopen, maar niet mogen afsteken? Het is nog onwerkelijker als je bedenkt dat in de 323 andere gemeenten in Nederland, waar familie en vrienden wonen, afsteken wel is toegestaan. Het is symboolpolitiek. Dat hebben we de afgelopen jaren duidelijk kunnen zien: in steden met een verbod wordt niet minder afgestoken dan elders.
Lange traditie
Hoewel het logisch is om tot een vuurwerkverbod te komen, is het onverstandig. Het gaat niet werken; vuurwerk met de jaarwisseling behoort namelijk tot een lange traditie. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is het een jaarlijks terugkerend gebruik. Maar al ver daarvoor, vanaf het einde van de zeventiende eeuw, maakten onze voorouders tijdens de jaarwisseling 'herrie'. Rond einde negentiende eeuw werd dat 'uitgebreid' met carbidschieten. Het is dan ook niet gek dat een vuurwerkverbod veel en heftige reacties oproept. Hoe logisch het ook lijkt, het is vanwege die lange traditie onverstandig om op korte termijn een verbod in te voeren.
Draagvlak en begrip
Voor een verstrekkend besluit, zoals een vuurwerkverbod, moet draagvlak en begrip zijn, of dat moet gecreëerd worden. En dat betekent niet dat iedereen het ermee eens moet zijn. Er ontstaat draagvlak en begrip als een maatregel logisch en nuttig is, duidelijk en uniform is, en als er tijd wordt gegeven om eraan te wennen. En dan is handhaving het sluitstuk en ook uitvoerbaar. Een besluit dat aan de hiervoor genoemde criteria voldoet is een landelijk verbod op verkoop, bezit en afsteken. Tegelijkertijd moet er een pakkans zijn met stevige consequenties.
In de tussentijd...
Zolang er geen duidelijk besluit is genomen, hoeven we niet stil te zitten, maar alstublieft, geen symboolpolitiek. Start de discussie over een verbod, geef informatie en voorlichting, beperk de verkoop van vuurwerk tot één dag, beperk de hoeveelheden die kunnen worden gekocht, stel ook een verbod in op het bezit van vuurwerk, met uitzondering van die ene dag, organiseer voor oudejaarsavond professionele vuurwerkshows en nieuwjaarsfeesten en pak de excessen stevig aan.
Een veilig, gezond en mooi 2025 toegewenst!
Ruud Kuin
Nederlandse Boa Bond